Door de narcose worden een aantal lichaamsfuncties afgezwakt waardoor de narcose een negatief effect heeft op de ademhaling, de hartslag, de bloeddruk en de doorbloeding van de organen. Deze functies mogen zo weinig mogelijk belast worden en moeten tijdens de narcose nauwlettend in de gaten gehouden worden.
Hiervoor hebben we in de operatiekamer enkele mogelijkheden:
- het narcosetoestel
- de beademing
- de hartmonitor
- de capnograaf
TOP
Tijdens de narcose meet het narcosetoestel het ademvolume dat tijdens elke ademhaling door de patiënt ingeademd wordt. Bovendien wordt ook de druk gemeten in de luchtwegen. Zo krijgen we een goed inzicht over de ventilatie van de patiënt tijdens de narcose. Het narcosetoestel geeft een alarm bij het wegvallen van de zuurstofdruk, dit kan bij een lekkage of lege zuurstofgasfles. In de gascentrale wordt automatisch een reserve zuurstoffles aangesproken. TOP
Standaard werken we met een automatische beademing onder controle van de narcoseapparatuur. Zo weten we precies hoeveel volume er van het gasmengsel aan de hond toegediend wordt en tegen welk ritme. Hierdoor krijgen we een betere ventilatie en een stabiele narcosediepte bij de patiënt. TOP
Deze monitor geeft niet alleen het ritme, maar ook de elektrische activiteit (hartfilmpje) van het hart weer. Het hartritme geeft ons een goede indicatie van de narcosediepte.Het hartfilmpje waarschuwt ons onmiddellijk wanneer het hart in de problemen komt.
TOP
De capnograaf doet continu een analyse van de gassen in de in -en uitgeademde lucht van de patiënt. Dit zeer gevoelig apparaat meet de geringste afwijking in een van deze gassen en wordt gebruik om het narcosetoestel optimaal in te stellen en de lichaamsfuncties van de patiënt te controleren.
Bij deze meting is de afgifte van koolzuur de belangrijkste parameter. Het lichaam neemt zuurstof op terwijl koolzuur wordt verwijderd. Dit gebeurt bij elke ademhaling. Indien deze uitwisseling goed plaatsvindt zijn we verzekerd van de volgende processen:
- goede bloedcirculatie
- goede ademhaling
- juiste gassamenstelling
- goed afsluiten van de tracheotube (buisje in de luchtpijp).
De specifieke vorm van het capnogram geeft ons onmiddellijk aan waar er een probleem gelokaliseerd is.
Verder geeft de capnograaf ons informatie over een aantal andere gassen en oefent zo een controle uit over het lichaam en de werking van het narcosetoestel.
Een overzicht van de capnograafgegevens:
- Zuurstofgehalte in de ingeademde lucht
- Lachgasgehalte in de ingeademde lucht
- Isofluraan in de ingeademde en uitgeademde lucht
- Ademfrequentie
- Koolzuurgas in de in -en uitgeademde lucht
TOP